inleiding

In het begin van de jaren tachtig maakte ik tijdens de opleiding voor biologisch-dynamische landbouw, aan Warmonderhof, kennis met de antroposofie. Bijzondere aandacht had ik voor de visie op economie, die daarin werd uitgewerkt.
In 1992, elf jaar na de eerste kennismaking daarmee en aan het eind van mijn studie economie aan de LandbouwUniversiteit Wageningen (thans Wageningen UR), kwam ik terug op de antroposofische visie op de economie, in de vorm van een afstudeervak aan de vakgroep Staathuishoudkunde.

relevantie

Is deze scriptie nu, bij publikatie op internet in februari 2002, nog relevant?
Voor een deel zal hij verouderd zijn, met name het hoofdstuk over Triodos. Tegelijk is het ook interessant om nu te kunnen zien hoe Triodos zich in die 9 à 10 jaar heeft ontwikkeld. Een aardig onderwerp voor een artikel van een hedendaagse student misschien?

Andere delen van de scriptie hebben m.i. hun waarde nog niet verloren – na een decennium waarin geld en kapitaal een ongekende vlucht hebben genomen kan het geen kwaad eens te kijken naar hoe die twee grootheden werkzaam zijn in de wereld.
Zou het bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat de vernietiging van de TwinTowers en de oorlog in Afghanistan mede gevolg zijn van de accumulatie van kapitaal?
En wat betekent de introductie van de Euro voor onze samenleving?
Directe antwoorden op deze vragen zult u niet vinden in deze scriptie, maar mogelijk zet de inhoud ervan u aan tot nieuwe gedachten.

probleemstelling

De gehanteerde probleemstelling luidt: Hoe luidt de antroposofische visie op ‘kapitaal’ en ‘geld’ en hoe wordt daar in de praktijk van de Triodosbank vorm aan gegeven?
Deze scriptie is opgezet volgens de methode zoals beschreven door Lamers.
[Lamers, 1979]

globaal overzicht

Hoofdstuk 1 beschrijft het ontstaan en de inhoud van de antroposofie. De beschrijving spits ik toe op de sociale driegeleding en in het bijzonder op de basisideeën over economie die daarin naar voren komen.

Hoofdstuk 2 beschrijft de antroposofische visie op kapitaal: wat is het wezen van kapitaal, hoe ontstaat het, wat zijn kenmerken en functies ervan en welke plaats bekleedt kapitaal in de samenleving?

Hoofdstuk 3 beschrijft de antroposofische visie op geld: wat is het wezen daarvan, hoe wordt het geschapen, wat zijn zijn kenmerken en functies en welke houding neemt de mens aan ten opzichte van geld: een passieve of een actieve?

Hoofdstuk 4 vergelijkt de antroposofische visie met wat in de gangbare literatuur over kapitaal en geld wordt gezegd.

Hoofdstuk 5 analyseert het plan dat Keynes indiende voor het herstel van de wereldhandel na afloop van de Tweede Wereldoorlog. In dit plan zit een opmerkelijke gelijkenis met wat de antroposofie over geld zegt.

Hoofdstuk 6 beschrijft de Triodosbank. Deze bank is voortgekomen uit de antroposofie en vindt daarin nog steeds een leidraad voor haar handelen. De ontwikkeling van de Triodosbank komt ter sprake en de wijze waarop ze de antroposofische visie tot uiting brengt.

Hoofdstuk 7 tenslotte bevat een samenvatting en de conclusies.