Naar een natuurlijker tuin (2)

In 2017 maakten we een begin met de transformatie van onze tuin naar een wat natuurlijker opzet.
In 2019 zetten we daartoe nog wat stappen en nu het plantenleven weer de grond uit wordt geduwd en getrokken is het tijd een tussenbalans op te maken.

haag en vogelbosje

Het haagje loopt prachtig uit. De in eerste instantie aangeplante groenblijvende liguster (Ligustrum ovalifolium) hebben we er deze winter toch maar uitgehaald. Het was echt een vreemde eend in de bijt, die met zijn wat grove blad niet op z’n plek was.

Het haagje bestaat nu uit alleen nog bladverliezende soorten, die bij elkaar passen. De zuurbes (Berberis thunbergii) is de enige exoot in het rijtje, maar past er wel bij!

De sleedoorn (Prunus spinoza) gaf waarempel wat bloemen dit voorjaar en omdat hij op relatief jong hout bloeit hebben we bedacht om jaarlijks wat scheuten te laten uitgroeien, zodat we het volgende voorjaar bloei hebben. Zeer welkom ook voor de bijen, zo vroeg in het jaar. Misschien gaan we dat met de meidoorn (Crataegus monogyna) ook zo doen. De zuurbes bloeit overigens minstens zo vroeg en is ook een fijne drachtplant.
De ondergroei in het haagje begint ook al aardig wat te worden.

Het vogeltje-op-de-kruk (Corydalis solida) dringt zich flink op …
… maar ook het lieve vrouwe bedstro en de aronskelken doen het goed. Van de gele bosanemone geen foto, maar hij heeft wel gebloeid.

Het vogelbosje dat we in de zomer van 2019 aanplantten staat er goed bij. De kardinaalsmuts die er stond (en die was verdroogd) hebben we niet teruggeplant, maar vervangen door een wegedoorn (Rhamnus chatarctica). Ook hebben we het nog iets uitgebreid met een gaspeldoorn (Ulex europaeus).

De ondergroei van het vogelbosje lijkt ook al wel wat.
De spriet in het midden is de wegedoorn. Hij liep als laatste uit, ik was bang dat hij de winter niet had overleefd, maar ziet er nu toch vitaal uit!

De ondergroei van het bosje bestaat op het moment vooral uit bollen die we daar al langer hadden staan, bosanemonen, kruipend zenegroen (Ajuga reptans) en hondsdraf. Het zadenmengsel (bosrandplanten) dat we eind zomer strooiden zien we nog niet terug, maar misschien is het gewoon nog wat te vroeg. Of te droog. We zullen wel zien.

een levende vijver!

Onze metselkuip voor de kikkers hebben we einde zomer 2019 vervangen door een grotere vijver, met louter inheemse planten. Nooit gedacht dat dat zó mooi zou kunnen zijn. Ik had er gewoon nooit bij stilgestaan.
De planten groeien als een tierelier en enkele weken geleden zat er op een dag een grote tros kikkerdril in. Inmiddels zwemmen er ontelbare kikkervisjes rond en de waterranonkel heeft al wat bloemetjes gegeven.

Altijd moeilijk, zo’n foto van water, maar je ziet de kikkervisjes toch wel.

De soorten die we hierin hebben:

  • Hydrocotyl vulgaris – Gewone waternavel
  • Hippuris vulgaris – Lidsteng
  • Ranunculus aquatilis – Fijne waterranonkel
  • Geum rivale – Knikkend nagelkruid
  • Mentha aquatica – Watermunt
  • Ranunculus lingua – Grote boterbloem
  • Lysimachia nummularia – Penningkruid
  • Myosotis palustris – Moerasvergeet-mij-niet
  • Oenanthe fistulosa – Pijptorkruid
  • Hypericum elodes – Moerashertshooi
  • Sparganium emersum – Kleine egelskop
  • Potentilla palustris – Moerasaardbei
  • Lycopus europaeus Wolfspoot – Wolfspoot
  • Stachys palustris – Moerasandoorn
  • Viola palustris – Moerasviooltje
  • Thelypteris palustris – Moerasvaren
  • Hydrocharis morsus-ranae – Kikkerbeet
  • Ceraophyllum demersum – Hoornblad

En dat in zo’n voorgevormde vijver van pakweg 120 x 90 cm. Het mooiste zou natuurlijk zijn een echte poel te hebben, maar hier op dat hoge zand lukt dat nooit. Dan is een fabrieksvijver een mooi alternatief.

van gazon naar grasland

In augustus hebben we ons stukje gras verrijkt met zaden van allerlei grassoorten en kruiden. Tot nu is daarvan nog niet zo heel veel te zien.
Wél op een stukje dat voorheen een rozenperkje was en dat we er bijgetrokken hebben, daar staat duidelijk ander gras dan op het oude veldje.

De anemonen die we onder de rozen hadden staan komen natuurlijk gewoon terug. Maar er groeit nu duidelijk ander gras en ook zijn er verschillende kruidachtige kiemplanten te zien.

In het oorspronkelijke gazon zien we wel een paar soorten opkomen, maar dat heeft nog niet zo heel veel om het lijf.

Madeliefjes hadden we al, maar nu groeit er ook wilde peen en als je goed kijkt iets onder de madeliefjes rechtsboven: een ereprijs die we nog niet eerder hadden.
Een pimpernel …
… en een geranium.
De smalle weegbree heeft het helemaal naar zijn zin!

we hebben goede hoop

Al met al zijn we niet ontevreden met hoe het zich allemaal ontwikkelt. Het is nog niet spectaculair, maar er is duidelijke ontwikkeling en we zitten natuurlijk ook pas halverwege april – wie weet wat er in de komende maand nog opkomt.

En anders zaaien we later in het jaar gewoon opnieuw grassen en kruiden in – we hebben nog genoeg liggen.

Stuur door per e-mail

4 reacties

  1. Stefan

    Mooie natuurontwikkelingen daar in het Zeistse! Ik heb ook nog een vraag over het eerste deel van de blog; de Haag. Mijn tante wil namelijk een gemengde ( doornige) haag gaan planten tegen een schutting. Hoe breed is de strook grond tussen schutting en tegelpad waar jullie haag in staat? En is dat tevens ook de snoeibreedte?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *