7.6 De Triodosbank

De Triodosbank is in 1980 opgericht, om bankactiviteiten te verzorgen voor een aantal maatschappijvernieuwende organisaties, voornamelijk afkomstig uit de antroposofische richting. In het begin was de bank vooral op deze groepen gericht, maar later zocht ze een veel breder publiek. De kerntaken van de bank liggen in het zakelijk krediet en het sparen.

De bank probeert vorm te geven aan de antroposofische ideeën over economie. Dat betekent dat de spaarders goed worden voorgelicht over wat er met hun spaargeld gebeurt. Ook kan de spaarder zelf richting geven aan zijn geld, door te kiezen voor een speciale rekening.

De bank stimuleert het schenken door het zogenaamde ‘sparen met rentebestemming’, waarbij de spaarder extra rente krijgt, onder voorwaarde dat hij een deel van zijn rente wegschenkt.
Niet iedereen kan aankloppen voor een krediet. Consumptief krediet wordt vrijwel nooit verleend, wie een zakelijk krediet wenst, moet in elk geval aannemelijk maken een ‘maatschappelijke meerwaarde’ na te streven. Dat kan bijvoorbeeld betekenen: biologische landbouw, nieuwe woonvormen of windenergie.

De rentevoet die de Triodosbank hanteert ligt meestal lager dan bij andere banken, zowel voor de spaarder als voor de crediteur. Bij de crediteur wordt bovendien nog gekeken naar de draagkracht.

Dat de Triodosbank in een behoefte voorziet mag blijken uit het balanstotaal, dat groeide van 12 miljoen in 1981 tot fl.136 miljoen in 1992.

Het ontbreken van een associatieve structuur is in het nadeel van de bank, waardoor een werkelijk contact tussen spaarder en crediteur moeilijk is. Veel verder dan het verspreiden van bewustzijn van wat er met het geld gebeurt komt de bank niet.

De bank doet wel haar best geld uit te zetten bij ondernemingen die een duidelijke maatschappelijke doelstelling hebben, maar beslist daar autonoom over. De enige inspraak die de spaarder heeft is ‘voting by the feet’.

Consumptie van kapitaal treedt nauwelijks op. Via de rentebestemmingsrekening gebeurt het wel in enige mate, maar daar houdt het ook mee op. Deze rekening is overigens een uniek fenomeen in de bankwereld en een stap op weg naar kapitaalconsumptie.

De winstbestemming vind ik moeilijk te beoordelen. De vermogenverschaffers krijgen een uitkering die afhankelijk is van de winst en aan een maximum is verbonden. In die zin zijn ze geen gewone spaarders die een vastgestelde rente ontvangen. Maar ze zijn ook geen echte ondernemers, want ze hebben geen zeggenschap en bemoeien zich ook niet op andere wijze met de bedrijfsvoering. Een deel van de winst wordt zeker aangewend om de ‘productiviteit’ van de bank in stand te houden en een deel wordt voor schenking gebruikt. Het lijkt er op dat de bank hiermee aardig voldoet aan de ideeën die Steiner formuleert.

Interessant in dezen is een bepaling in de statuten van de bank, die zegt dat bij liquidatie de aandeelhouders het saldo uitgekeerd krijgen tot een maximum van het nominaal bedrag van ieders aandelen. De rest wordt ter beschikking gesteld aan de Stichting Triodos. Hierdoor kan zich bij de aandeelhouders/certificaathouders geen kapitaal ophopen dat uit sociale productie is voortgekomen.